Mijn vorige huisarts deed me denken aan de
kruidenierswinkel van vroeger waar ze na elke onderdeel van mijn
boodschappenbriefje vroegen: ”Anders nog iets?” Dat vroeg hij ook. Vervolgens schreef hij braaf op
wat ik dacht nodig te hebben.
Het was een bijzonder aardige man, kon goed luisteren en was wat recepten betreft uitzonderlijk
gemakkelijk. Verder wekte hij de indruk dat hij nog nooit een patiënt heeft
aangeraakt of zelfs maar een blik heeft geworpen op een plotselinge huiduitslag
of een gekneusde teen. Bij mij in ieder geval niet. Dat vond ik niet erg, het
verhoogde mijn animo om zelf uit te knobbelen wat je eraan kunt doen. Alleen als het niet duidelijk was of wat gecompliceerder, maakte ik een afspraak. Ik ben voorstander van zo min mogelijk medicamenten, maar die opvatting was hem vreemd. Ik kreeg waar ik om vroeg, maar ik wees zijn voorstel tot zijn verbazing ook wel eens af met een discussie als gevolg.
Maar om nou voor elk op recept verkrijgbaar zalfje een uur
in de wachtkamer te gaan zitten is niets voor mij. Daar is hier een andere
oplossing voor: vraag het de apotheker. Die stelt je eventueel een
paar vragen en komt dan met een tube of de pilletjes en de rekening. Consult gratis, zonder wachttijd en probleem
opgelost.
Als ik 'mijn' apotheek binnenkom - er zijn er zes een stadje met 15.000 inwoners en in de mijne is er werk voor zes apothekersassistentes! - word ik door de eigenaar en
zijn vervanger begroet met mijn naam en een hartelijke hand. Dat is natuurlijk sympathiek, maar een slecht teken. Als ze je van een afstand bij naam kennen in een apotheek ben je
één van de beste klanten. Enkele jaren geleden was ik waarschijnlijk met voorsprong de
beste. Ik blink liever in wat anders uit.
Vandaag kwam ik een bestelling afhalen die na veel vijven en zessen en met hun inspanning in Parijs voor me wordt gemaakt. De apotheker weet natuurlijk wat Irene is overkomen, daarvoor hoeft
hij alleen maar naar het recept te kijken. Onlangs had hij haar voor het eerst
gezien sinds haar accident. Hij vond dat ze geweldig goed was hersteld.
Dat is ook zo, dus ik zei dat je er vrijwel niets meer van
merkt als je haar niet goed kent. Pas als je langer met haar praat merk je af en toe
iets. Er zijn ook een aantal andere punten die (nog) niet zijn zoals ze waren maar die je niet aan de buitenkant kunt zien. “Het communiceren gaat goed?
”vroeg hij. “Jazeker”, zei ik, “ze begrijpt alles en kan alles zeggen, alleen af en
toe moet ze naar een woord zoeken. Het is alleen een beetje verwarrend dat ze
regelmatig het tegengestelde zegt van wat ze bedoelt. Ze verwisselt dan voor en
achter, boven en onder, of ja en nee. Niet altijd en juist dat maakt het wel eens lastig.”
Hij keek even om zich heen. Zijn vrouw was achter in de zaak. Toen sprak hij troostend “Dat hebben andere vrouwen ook, als ze nee zeggen bedoelen ze vaak ja.”
Heerlijk om je weer te lezen Willem.
BeantwoordenVerwijderenJullie apotheker schijnt toch iets te weten van vrouwenlogica.
We weten dat het goed gaat met Irene, maar ik bewonder jullie beiden voor jullie inzet en haar wilskracht.
LG.
Judith
Irene is niet anders dan alle andere vrouwen, gewoon vrouwenlogica Willem, die apotheker van jou heeft gelijk. Leuk blogje om te lezen, hopelijk volgen er nog, want het was terug veel te lang geleden (vind ik). liefs van Marijke
BeantwoordenVerwijderen