Ik stel
me wel eens voor dat mijn geheugen uit allerlei laatjes en deurtjes bestaat. Dat
blijkt een vrij algemene opvatting te zijn. En al is die wetenschappelijk volgens
Douwe Draaisma (de geheugenprofessor) onjuist, het blijft een gemakkelijk
beeld. Daar hoort dan ook de gedachte bij dat die plekjes nog leeg zijn als je leven
begint. Omdat er nog niks inzit vullen ze zich vanzelf. Het lijkt bovendien alsof
die vroeg opgeslagen herinneringen
gemakkelijker te bereiken zijn dan wat je later in je leven opslaat. Het
laatste klopt wel. Ook volgens Draaisma.
Toch is ons
geheugen soms - heel geniepig - op punten onbetrouwbaar. De inhoud van het
laatje veranderd dan in de loop van ons leven (een beetje) zonder dat we dat
zelf merken of zelfs zonder dat we intussen aan dat onderwerp hebben gedacht.
Toen ik
onlangs met een vriendin belde en vertelde dat ik de Sint-Janskathedraal in den
Bosch zou gaan bezoeken vroeg ze me of ik zou willen kijken of er na de
restauratie nog een beeldje op het dak stond van een man die een pannetje soep
had omgeschopt ‘omdat dat voedsel beneden zijn stand was’. Ze had het verhaal
onthouden van de lagere school (van de juffrouw of de meester, maar daar wil ik
vanaf zijn). Toen ik de naam noemde van de Sint-Jan in Den Bosch was dat laatje
na 50 jaar dus spontaan opengeschoten. Ik bedoel maar.
Ze zei er
meteen achteraan dat ze dat zelf ook op Google had kunnen opzoeken, maar daar
was in de afgelopen jaren blijkbaar geen aanleiding voor geweest en zo was het
bovendien leuker voor allebei. Ik kende het verhaal niet. Meester Van Dijk
vertelde – ook meer dan 50 jaar geleden - op vrijdagmiddag in mijn klas altijd
verhalen uit Vaderlandse geschiedenis, maar het verhaal van de Erwtenman was
daar niet bij, anders had ik het vast wel onthouden. Dat de man in kwestie de
Erwtenman heette wist ik dus ook niet.
Toen ik
het onderwerp bij een kenner (of is het 'kenster'?) van den Bosch ter sprake bracht, bleek ze me meteen
te kunnen vertellen dat het geen beeldje was op het dak, maar een mansgroot
beeldhouwwerk op de halve travee tegen
de steunbeer van het noord-transept (de kant links van de toren). Zo kon ik het,
met enige moeite, vinden. (Iemand vertelde mij dat het café daar schuin
tegenover tot enige tijd geleden ook ‘de Erwtenman’ heette. Nu draagt dat helaas
een van enig historisch besef gespeende modernistische naam die weinig toeristen zal trekken.)
Volgens
de overlevering is de Erwtenman een beeld van de bouwmeester van de kerk, die
ontevreden was omdat de kwaliteit van zijn voedsel in geen verhouding stond tot
zijn goede verdiensten. Dat er een bouwmeester is afgebeeld, blijkt overigens nergens
uit, want de figuur is niet van de gebruikelijke attributen zoals haak en
passer, voorzien. Op een
tekening uit 1832 schopt de Erwtenman met de rechtervoet de pot erwten om. Dat is zo gebleven:
(eigen foto)
Onder
zijn voeten stond het rijm geschilderd:
Is
dat nu spijs voor eenen man
Die daags een braspenning winnen kan.
Het is een mooi verhaal, al is het niet uniek. Het blijkt ook in Duitsland voor te komen.
Die daags een braspenning winnen kan.
Het is een mooi verhaal, al is het niet uniek. Het blijkt ook in Duitsland voor te komen.
Het
beeldhouwwerk stamt uit 1874-1878 en het lijkt - volgens de documentatie op
internet - nauwelijks op het vorige beeldhouwwerk en ook dat was al niet
oorspronkelijk meer. Het was bijgewerkt om als toeristische bezienswaardigheid
herkenbaar te blijven. En dat is het nog. De legende wordt ook nog al eens
aangedikt met een andere legende die ook wordt verteld over de Martinitoren in
Groningen, de
Sint-Lievenmonstertoren in Zierikzee, de Oude kerk in Amsterdam en de
Sint-Laurens in Rotterdam. Uit de mond van een Bossche straatjongen werd in
1935 het volgende bloederige verhaal opgetekend:
“Heel lang geleden leefde
hier eens een man, z'n naam was erteman. Niemand wist hoe de Sint-Jan gebouwd
moest worden, alleen de erteman. Deze kerk moest gebouwd worden op paarden-,
koeien- en ossenhuiden voor al die sollementen (= fundamenten). Op zeek're
middag bracht de vrouw van deze man een ketel ertesoep als middageten.
Ontevreden over die alledaagse kost schopte hij die ketel van het dak en riep
uit 'Is dat kost voor een man die daags een braspenning verdienen kan!' (Zijn
braspenning was vier zestiende cent.)
"Dat ging het zoontje
van de erteman verraden voor zes duizend francs. Toen de erteman dat te weten
kwam greep ie 't zoontje bij de beenen en smeet het met het hoofd tegen de muur
dood. De vrouw begon van droefheid te bidden en te weenen. Ze greep het zwaard
en sloeg d'r eigen het hoofd af. En later is de erteman door vier mannen van de
kerk dood gesteenigd.”
Het regent buiten ,ik ga er heerlijk even voor zitten met een kommetje dampende erwtensoep!![want wim is weer aan het schrijven geweest] De erwtenstory.....
BeantwoordenVerwijderenwat zo leuk begon eindigde wel gruwelijk maar mijn soep smaakte er niet minder om ..,
Ans