Wij
voeden een roodborstje. Dat wil zeggen, wij voeren in de winter zangvogeltjes
in een klassiek vogelhuisje. Zoals veel mensen die een tuin hebben. Voor de
mezen hangt er een vetbolletje. De meeste zangvogels komen op min of meer vaste
tijden, ’s morgens een half uurtje nadat het licht is geworden, rond lunchtijd
- maar dan is het minder druk - en in de namiddag voordat het gaat donkeren.
Afgezien van de meesjes - maar die zijn met velen - komt de roodborst per dag
het vaakst langs.
De roodborst
is een trouwe wintergast. Dat wil zeggen; ’s zomers hebben we ook een
roodborst, maar dat is dan een andere. Die zakt in de winter weer af naar het
zuiden. De winterroodborstjes in onze streken schijnen uit Scandinavië te
komen. De ‘onze’ is dit jaar meer oranje dan rood. Vorig jaar hadden we er een
met een rodere borst en met maar één pootje. Aandoenlijk, maar die is niet meer teruggekomen.
De éénpoot kon zich overigens prima handhaven. Hij (of zij) was met z’n ene
poot net zo onverdraagzaam als andere roodborsten. Ook al ligt er meer dan
genoeg voedsel voor alle bezoekers, dan nog jaagt een roodborst alle vinken,
grasmussen en andere zangers weg. Dat is blijkbaar belangrijker dan eten.
Roodborstjes
zijn leuke vogeltjes om te zien: parmantig, zien er slim uit en ze zijn niet
schuw. Opvallend vind ik dat ik er nog nooit 2 tegelijk heb gezien, hoewel dat
in het voorjaar toch af en toe het geval moet zijn. In de winter kan dat niet,
want elk roodborstje is dan allergisch voor alle vogels met een rode borst,
ongeacht of dat dezelfde of een andere sekse is. De allergie voor oranjerood schijnt
zelfs zo ver te gaan dat ze een bolletje stof van die kleur aanvallen.
Of ‘ons’
roodborstje een mannetje of een vrouwtje is, zal ik nooit weten, want er is
geen visueel verschil tussen de geslachten. Eerst dacht ik dat ze het andere
geslacht konden herkennen aan de zang. Mannetjes zingen
in het voorjaar luid. Maar dat kon ik niet bevestigd krijgen.
De wereld
zou er heel anders uit zien als het bij de mensen ook zo zou zijn. Stel dat je in
de mensenwereld aan het uiterlijk (kapsel, kleding, stem) niet meer kan zien of
horen of je met een man of vrouw te maken hebt. In dat geval hebben vrouwen ook
een baard, worden ook kaal als ze ouder worden en hebben net zulke borsten als
mannen: geen dus (hetgeen ik overigens in hoge mate zou betreuren, maar dit
terzijde). Al met al een enorme achteruitgang en een geweldige versaaiing van
het leven. Het alternatief is dat iedereen eruit ziet als een vrouw, iederéén
borsten, geen bobbel bij het kruis, geen baardgroei en geen leeftijdskaalheid.
Dat klinkt al een stuk aantrekkelijker. Het biologisch verschil blijft natuurlijk,
maar dat ontdek je pas als de kleren uit zijn.
Maar dan
verder. Hoe zoek je uit of je met een mannetje of vrouwtje te maken hebt als
het niet meer te zien of te horen is. Als dat zang is, zoals bij de roodborst, zouden
mensenmannen luid gaan zingen op het
moment dat ze een vrouwtje willen lokken. Hoe mooier gezongen, des te meer
kans. Maar ofwel het gedrag wordt gelijk aan een roodborst, dus: alleen luid zingen in het voorjaar of er wordt de hele dag door,
op het werk, op straat en thuis door mannen luid gezongen, omdat ze bijna
altijd in de ‘mood’ zijn om een vrouwtje te lokken. In dat geval zou je gek worden
van de hele dag om ’t hardst zingende
mannen om je heen. Het zou het muzikale niveau van de mensheid vast wel serieus
opkrikken, maar wee degenen die niet of niet goed kunnen zingen en daar reken ik mezelf ook bij.
Maar,
zoals gezegd, zang vormt hooguit het begin van een eventueel onderscheid, daar
is meer voor nodig. Na het mannengezang is het vrouwtje aan zet:
- Ze probeert met een zacht liedje duidelijk te maken dat ze geen man is.
- Als het mannetje op haar afstuift reageert ze niet - zoals andere mannetjes - op zijn felle gedrag.
- Ze begint zich aan te stellen. (In dit geval bedelen om voedsel. Ze zakt door haar pootjes, laat de vleugels trillend hangen en spert haar bekje smekend open.)
Het
mannetje trapt er in en
wordt opeens verliefd in plaats van boos.
Dan begint hij haar cadeautjes te geven in de vorm van lekkere
hapjes.
Het gedrag van het vrouwtje komt me merkwaardig bekend voor. De reactie van het mannetje trouwens ook. Blijkbaar hebben mensen toch heel wat meer gemeen met roodborstjes dan je ooit zou denken.
Wat een geluk dat mijn man zo mooi kan zingen en zulke lekkere hapjes voor mij maakt,
BeantwoordenVerwijderen