zondag 3 november 2013

What’s in a name

Ik wilde het eigenlijk niet hebben over ene Jansen die nu in de actualiteit is, al is dat de aanleiding. Zeker, ik vind het vreselijk wat deze man anderen heeft aangedaan, maar mijn mening telt niet, die telt alleen thuis wel eens.

Die Jansen lijkt veel schade te hebben aangericht bij patiënten en de medische stand zal niet blij zijn met z’n falen en feilen. Daar worden patiënten waakzaam van en dat maakt het er voor andere dokters niet makkelijker op. Maar of dat nou zo erg is …?

Dokters maken soms diagnostische en operatieve fouten met ernstige gevolgen. Dat komt omdat het mensenwerk blijft en dokters ook niet alles weten (ook al doen ze alsof), maar er zijn ook lapzwansen en knoeiers, net als overal. Dat is al tijden een dankbaar onderwerp voor TV-programma’s over (cos)medische missers, maar die gingen gelukkig altijd over dingen die in andere landen gebeuren en nu gaat het ineens over Nederland.

Natuurlijk is er op dit gebied niets nieuw onder de zon, maar het wordt nu her en der door artsen openlijk toegegeven. Het is een risico van het vak, risico voor de patiënt dan wel te verstaan. Nieuws is dat niet, het is alleen interessant voor mensen die nog steeds in onfeilbaarheid geloofden. Zo gaat de ontmythologisering van dat nobele beroep door. Dat lijkt me overigens prima voor het beroep en prima voor de patiënt.

Die Jansen was sinds een ongeluk in 1990 flink de war las ik, maar dat heeft blijkbaar alleen zijn familie gemerkt want die hebben daarna alle banden met hem doorgeknipt. Dat hij verslaafd was aan een slaapmiddel bleek toen geen professioneel beletsel volgens zijn omgeving. Eén van de gevolgen van het genoemde ongeluk was dat hij – volgens een interview in de NRC - daarna de naam van zijn moeder aan zijn Jansen heeft toegevoegd.



Dat snap ik, want Jansen en bijzonder zijn gaat niet samen. Het is de op één na meest voorkomende naam in Nederland dus je valt niet op tussen de andere 75.000 Jansen. Gelukkig is het met één s (zoon van Jan), want als je Janssen heet met dubbel-s stam je af van de ene Jans en draag je levenslang het etiket van de scheve schaats van een verre overgrootmoeder met je mee. Daar kan je aanplakken wat je wilt maar dat verbloemt dat feit niet.

Ik herinner me nu dat ik in mijn pubertijd er ook we eens aan heb gedacht om de naam van mijn moeder aan de mijne toe te voegen. Niet dat ik toen van plan was om neuroloog te worden hoor, het was meer interessantigheid. IJdelheid zal ook wel een rol hebben gespeeld. Op die leeftijd wil je nog belangrijk worden en dat hoort ook zo. Een dubbele naam lijkt interessanter, maar dat was toen niet mijn enige overweging.

Van de vier grootouders die ik heb gehad leek (en lijk) ik het meest op mijn grootmoeder van moeders kant. Mijn Opa heette van Cappellen (met een c, twee p’s, twee ll’s en een n) dat vind ik een mooie naam en ze hebben een familiewapen en dat heeft niet iedereen . Belangrijker was overigens dat ik me in die familie ook meer thuis voelde.

Verder dan een gedachte over naamsverandering ben ik nooit gegaan, het zou inhoudelijk niets hebben veranderd. Ik heet dus nog steeds Goudriaan - een keurige familie, niets mis mee - maar ik voel me meer een van Cappellen, ook een keurige familie en ook niets mis mee.

De hierbedoelde Jansen vond zichzelf briljant en liet zich daarom een dubbele naam aanmeten. Zo werd hij volgens hemzelf meer een Iemand. Blijkbaar heeft hij bij de litteratuurles op de middelbare school destijds niet goed opgelet, ander zou het zich het aforisme van Piet Paaltjens vast wel hebben herinnerd:

Wees jezelf, sprak ik tot iemand. Maar hij kon niet, hij was niemand.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten