Er was eens een tijd dat het nog rustig was op de Nederlandse
snelwegen. Zo rustig dat spitsuurfiles
nog niet bestonden. Alle autowegen waren nog 4-baans en dat was ruim voldoende.
Maximum snelheid bestond alleen binnen de bebouwde kom. Mooie tijden. Gelukkig
zijn er nog filmpjes van.
Op zekere dag hadden Frits en ik een forse werkdag achter de rug in het Oosten van het land. De dag zou spoedig overgaan in schemering en wij moesten nog een paar saaie uren rijden om thuis te komen, elk in de eigen auto. Frits was opgeleid als verkeersvlieger maar de wereld had toen, net als nu, geen vliegers nodig en we waren beiden in de automatisering terecht gekomen, al was dat elk aan de andere kant van de tafel.
Kort nadat we elkaar leerde kennen, hadden we aan de manier waarop we bepaalde uitdrukkingen gebruikten, ontdekt dat we beiden een Luchtmacht achtergrond hadden. We bleken kort na elkaar op dezelfde vliegbasis in opleiding te zijn geweest en kenden er dezelfde mensen. Dat schiep een band. Daarna bleek dat we nog heel wat meer gemeen hadden en we werden vrienden. Met de deels gemeenschappelijke Luchtmacht achtergrond hadden we niet veel anders gedaan dan over werk, vliegen en vrouwen praten en - al dan niet sterke - verhalen uitgewisseld. Die avond kwam er iets bij.
We reden achter elkaar, koers 270, strak West. Om de verveling te verdrijven reed ik af en toe tot op enkele centimeters van Frits’ achterbumper. Kleven in overtreffende trap. Frits werd daar natuurlijk niet nerveus van, Frits werd nergens nerveus van. We waren immers ooit geselecteerd op paniekbestendigheid.
Na enige tijd stopten we op de vluchtstrook. Omdat GSM’s nog niet bestonden moest onze communicatie verlopen via gebaren, lichtsignalen en de vluchtstrook. Het kleven had ons op het idee gebracht om eens echt in formatie te gaan rijden. Met formatievliegen hadden we in onze opleiding enige ervaring opgedaan en waarom zouden we dat dan niet eens doen met auto’s.
Formatievliegen lijkt spectaculair maar het is in wezen heel eenvoudig. Eén vlieger is de Captain, de Nr-1. De Captain bepaalt wat er gebeurt, meldt formatiewisselingen en andere wijzigingen over de radio, de rest volgt hem. Dat is alles. Als Nr-1,2 of drie hoef je dus alleen maar precies en vloeiend te vliegen en nooit een plotselinge beweging maken. De volgers zijn geconcentreerd op de vleugeltip van de voorganger en volgen die op een vaste afstand, met wat geregel van snelheid en hoogte. Kort samengevat: je hoeft je als volger eigenlijk alleen maar te concentreren op je voorganger, goed te kunnen sturen en te vertrouwen op je collega’s. Vervang ‘vleugeltip’ door achterbumper of buitenspiegel en je hebt het concept formatierijden.
Letterlijk bumper aan bumper rijden (en soms als geintje er een klein tikje tegenaan) - 'de trein’ noemden we dat - was al gauw saai op een lege snelweg al werd het leuker als je van baan moest wisselen bij inhalen. Toch was dat na korte tijd niet spannend genoeg meer, ook al deden we het met stevige snelheid. Zo kwamen we na een volgende vluchtstrookstop op het idee van het ‘blok’: strak naast elkaar rijden. Dat was al een stuk leuker, met een snelheid rond de 150 km/uur zo strak rijden dat de buitenspiegels elkaar bijna raakten. Ik herinner me dat het grappig was om, als ik links reed als Nr-2, de zuinige glimlach rond de ronde mond op het strak voor zich uitkijkend gezicht van Frits te zien verschijnen als ik toch even een klein tikje met mijn buitenspiegel tegen de zijne gaf.
Als we moesten wisselen van baan verliet Nr-2 even de formatie om die meteen daarna weer op te pakken. Dat bracht ons al spoedig op het volgende idee: inhalen zonder de formatie te verbreken. Dat moest ook kunnen. De linkerbaan was weliswaar niet helemaal breed genoeg, maar aan de kant van de middenberm lag ook nog wat asfalt. Het zou precies kunnen als Nr-1 ongeveer een meter afstand hield tot de in te halen auto. Aldus besloten.
Het moet voor de auto’s die we inhaalden een spectaculair gezicht zijn geweest: ingehaald worden door twee auto’s tegelijk. Jammer dat we de gezichten van de bestuurders niet konden zien. Enfin, tijdens de maaltijd hadden ze thuis die keer tenminste iets te vertellen.
Vandaar was het nog maar een klein stap naar de ‘sandwich’. Het ‘blok’ bleef daarbij op de rechterbaan tot vlak achter de voorligger, dan splitsten we en passeerden we tegelijk met hoge snelheid elk aan een kant. De een over de vluchtstrook, de ander over de linkerbaan. Als een extra surprise zetten we in de gevorderde schemering onze lichten uit die we dan vlak voor de split weer aanzetten. Daarna voegden we ons weer onmiddellijk samen, zo strak mogelijk voor de ingehaalde auto. Zo werd het een gedenkwaardige rit. Waarschijnlijk ook voor onze medeweggebruikers :) Bij Ouderijn scheiden onze wegen met als groet een klein tikje van onze buitenspiegels tegen elkaar en een thumbs-up.
Gevaarlijk? Het ziet misschien zo uit, maar dat is het niet als je precies doet wat je moet doen en stressbestendig bent. Dit was een ‘calculated risk’. Goed, het zou kunnen gebeuren dat er op het asfalt bij de middenberm, precies bij het inhalen, een balk of zoiets lag. Dat hebben we besproken, maar we achtten de kans statistisch klein. Bovendien zou niemand van ons - ook in dat geval - een schielijke stuurbeweging maken, dus het resultaat zou hooguit een forse zijdelingse blikschade zijn en die was voor de verzekering. Dat risico namen we, het was veel te klein om ervan af te zien en zeg nou zelf: wat is nou een leven zonder risico's? Juist, oersaai!
Achteraf gezien had het voor bestuurders met een zwak hart misschien een risico kunnen opleveren, maar dat hebben we ons toen niet gerealiseerd. We scheurden er trouwens zo snel voorbij dat ze het gevoel moeten hebben gehad dat ze droomden en daar gaat je hart zelden van stilstaan.
Vaak hebben we het niet herhaald. Met anderen heb ik het daarna wel eens geprobeerd maar dat was op één uitzondering na geen groot succes. Blijkbaar hadden die op dit punt niet de eigenschappen die Frits wel had. Dat gold ook voor andere eigenschappen. Iedereen is uniek, maar Frits was unieker. Onze inventiviteit en ons gedeelde gebrek aan zelfonderschatting heeft meer onvergetelijke escapades opgeleverd. Na het overlijden van Frits is een aantal daarvan nooit meer geëvenaard.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten