vrijdag 27 maart 2015

FF Hypen

In NL is een moestuinrage is ontstaan begrijp ik. Hoe verbazend. Een moestuin was vanaf eind 50-er jaren voorbehouden aan plattelanders, arme luyden, excentrieken en van de burgerij afwijkende hobbyisten. Het kweken van groenten beschouwde men als tamelijk laag bij de gronds. Voor een deel klopt dat. Je krijgt er vuile handen van en het vreet meer tijd van jou dan jij aan groente, maar er staat veel tegenover en verse groenten hebben smaak.

Het hoe en waarom van de rage is me ontgaan, maar zolang er nog mensen zijn die denken dat doperwtjes in blik groeien of slakken worden tegengehouden door een plank, is het educatief. Je bent dichter bij de natuur waar men in het overbevolkte NL behoorlijk van vervreemd is. Je ervaart met hoeveel kracht en hoe verschillend alles kiemt, groeit, wortelt en zich weet voort te planten. Moet je wel goed opletten natuurlijk. Je merkt ook dat alles met alles te maken heeft. Er zijn mensen die zeggen dat het je dichter bij God brengt, maar dat is mij nog niet overkomen. Wel levert het tuinieren me nog steeds bewondering op van en verwondering over de natuur, misschien bedoelen ze dat.


Een probleem is natuurlijk dat de tuintjes in NL nogal krap bemeten zijn en vaak slechte grond bevatten. Ik hoorde dat de wachtlijsten voor een volkstuintje in de buurt van steden te lang zijn om er nog iemand bij te zetten. Geen nood! Wij hebben een tiental jaren op een dorp gewoond, met als tuin niet veel meer dan een oprit en een border. Hoewel ik toen een tamelijk onervaren tuinier was met weinig tijd, kon ik het niet laten om tussen de bloemen en struiken sla en tomaatjes te kweken die wèl smaakten. Het ging prima en het stond nog leuk ook, daar was geen volkstuintje voor nodig.


Van een kleine Nederlandse voortuin kan je een fraai siertuintje maken, waar je een paar seizoenen lang kunt genieten van een grote variëteit van bloeiende bollen, een- en meerjarige planten en struiken, maar daar moet je wel wat voor doen. De liefde voor de natuur bruist me uit de Nederlandse nieuwbouwwijken nou niet meteen tegemoet. De meeste tuintjes bestaan uit een willekeurige samenstelling van gewassen grind tegels, natuursteentjes, een enkele struik of wat bodembedekkers. Daar lees je nou ook niet meteen de drang naar een moestuin vanaf.

Als je toch iets wilt gaan telen in een ‘onderhoudsvriendelijk’ postzegeltuintje is het gemakkelijk om te beginnen. Spit een paar gewassen grindtegels uit, stort er een zak potgrond in en je kunt meteen aan de slag. De oppervlakte van één zo’n tegel is al genoeg voor een mini kruidentuintje, of een paar maaltjes kraakverse sperzieboontjes. Sla of aardbeien in een andere tegel en je hebt het begin van een volkstuin-aan-huis. Twee uur later is je tuin klaar, doe je helemaal mee en ben je ineens anderhalve meter dichter bij de natuur.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten