donderdag 6 december 2012

Balletje 3, of waardoor we in Frankrijk wonen


Toen we, bijna 17 jaar geleden, het-huis-met-het-bord-tekoop-ervoor van de andere kant naderden, viel het ons pas op dat er nog een enorm gebouw naast stond, een schuur. Ongeveer dezelfde vorm en uiterlijk als het huis, maar dan nog groter en zonder vensters. Nu zagen we dat er tussen het huis en die schuur een onopvallend verhard pad was van ongeveer één auto breed.

Ik draaide het pad in. Na 100 meter doemde er een stukje dak op boven bomen en struiken en weer vijftig meter verder draaide het pad plotseling het erf op van een oud huis, het enige huis aan het pad. Ik stopte. Verder gaan was niet de bedoeling, het was alleen maar om te kijken of er echt een huis stond. “Zie je wel dat er iets achter staat”, mompelde ik, om de prettige nasmaak van gelijk te verhogen.

Keren was onmogelijk, dus ik moest het pad achteruit terug rijden. Geen probleem, maar voordat ik de auto in de achteruit had geschakeld, ging de deur van het huis al open. In de deuropening verscheen een man die ons met een breed gebaar van beide armen wenkte om verder te komen. Nu werd het onbeleefd om weg te rijden. “Vooruit dan maar even” zei ik, en ik reed het erf op.

De man die ons had gewenkt bleek uiteraard te denken dat we potentiële kopers waren. Dat lieten we maar zo. We werden voorgesteld aan zijn vrouw en kregen een rondleiding door de schaarse vertrekken, de schuren en het terrein rond het huis. We zeiden niets tegen elkaar, dat hoefde ook niet, want overal waar we kwamen werden er details opgedist over de kwaliteit van de verbouwing die in eigen beheer was gedaan. Dat was volstrekt overbodige informatie, ook zonder toelichting staarde het broddelwerk me van alle kanten aan. De oorspronkelijke stijl was zowel aan de binnen- als aan de buitenkant verziekt, met een pijnlijke lelijkheid als resultaat. Het huis was overigens boerensolide van structuur, het stond er al bijna 200 jaar en nog steeds zonder scheuren, maar het was serieus verknutseld, hoewel de eigenaar daar heel anders over dacht. 


Tamelijk rigoureus verbouwen
Na de ‘tour de maison’ zeiden we dat we er over zouden nadenken. We wisselden telefoonnummers en zeiden dat we van ons zouden laten horen. Toen we het pad weer waren teruggereden zei ik tegen Maatje: “Heb jij gezien wat ik gezien heb?”. “Ja!” zei ze volmondig. Dat bleek tot in details te kloppen! We hadden blijkbaar al zoveel verbouwing achter de rug dat we afzonderlijk dezelfde mogelijkheden hadden gezien. Waar nu de schapen liepen hadden we beiden in gedachten al een groot terras gezien. We zouden openslaande deuren maken van de keuken en de kamer naar het terras. Hier en daar extra of grotere ramen en een zolder die we bewoonbaar zouden maken met o.a. slaapkamers en een badkamer. Voila! Zo is het uiteindelijk ook ongeveer geworden, zei het iets groter, wat leuker en comfortabeler.

Terras in aanbouw
Zonder dat we het ons bewust waren, was de beslissing door elk afzonderlijk en in stilte genomen en een heleboel beslissingen daar in dezelfde adem achteraan. Alles binnen 15 minuten. We moesten het alleen zelf nog toegeven, wennen aan het idee en argumenten verzamelen om er toe over te gaan. Dat laatst is altijd het minst moeilijk. Als je iets wilt hebben lukt het altijd om quasi rationele argumenten te vinden om iets aan te schaffen. Zo ook hier: het huis voldeed in bijna alle opzichten aan de nogal uitgebreide verlanglijst die we hadden opgesteld. Bovendien: als het ons beviel konden we rustig uitkijken naar iets beters, als het niet beviel konden we het altijd verkopen, het was een goede investering en meer van zulke argumenten die een aankoop niet wezenlijk rechtvaardigen. Omdat er kort daarop kapers op de kust kwamen, moesten we binnen enkele dagen beslissen. Dat was uiteindelijk een formaliteit.
Hoe het is geworden

Zo zijn we ‘bij toeval’ hier terechtgekomen. In stappen hebben we in de jaren daarna het huis rigoureus verbouwd zodat het geschikt zou kunnen worden voor eventuele permanente bewoning na mijn pensionering. Dat moment is eerder gekomen dan voorzien. Maatje bleek artrose te hebben en verbleef hier steeds langer omdat ze hier geen of minder pijn had. Uiteindelijk werd dat van april tot eind oktober.

Toen de vliegverbinding Rotterdam-Orly – die ik gebruikte voor de weekeinden - na enige jaren werd opgeheven bleek het wekelijks heen en weer reizen naar mijn werk in Nederland een te grote belasting te worden. Het werd tweewekelijks, maar dat ook beviel op den duur niet. Uiteindelijk besloten we dat ik eerder zou stoppen met werken en dat we ons huis in NL zouden verkopen. Zo is ons 2e huis ons 1e huis geworden. 

We hebben er geen seconde spijt van gehad.