Een onderwijzer in één onzer grote steden liet z'n
klas het sprookje van de wolf en de zeven geitjes navertellen in hun eigen
taal. Ziehier wat één van de knaapjes er van maakte.
De wollef en de seve geitjes
Der wasze seve geitjes en op een dag mos de ouwe
geit naar de mart om der bonkaart te ferpatse en toen see se tege de geitjes: “Jongus,
moe mot effe weg, geen rottigheid uithale en as de wollef komp, seg dan,
asdatie dood ken falle. Niet ope doen.”
“Das hartstikke krent” seeje de geitjes.
“Das dan foor se ruige roodkopere” see de ouwe,
nou, de mazzel hoor!”.
Toen de ouwe weg was, gonge de geitjes spelletjes
doen en alles was kits tot datter op de deur wier gerammeld.
“Daar hebbie ’t gedonder in de glaze” seeje de
geitjes.
“Wat mot je? vroeg der één’.
“Maak de deur es effe ope knapies” see de wollef
die buiten sting en de boel wou fernaggele.
“Je suster” seeje de geitjes die hoorde dattet de
wollef was.
“We kijke wel uit hoor, laser op hufter! Neem je
tantetje in de feiling.”
Affijn, de wollef drukte zun porum, wanttie foelde
wel datte de geite in de smiese hadde datut een fuil bakkie was. Effe later
kwammie terug en see met een frouwestem datse de deur ope moeste maken want de
tent sat nog steeds op slot. De geitjes dochte dat alles jofel was, maar eentje
wasser toch so link de wolluf te frage sun pote te late sien. De wollef snapte
dattie fout ging assie sun hande liet sien, dus drukte die sun snor maar weer. Nouw
mostie wat anders fersinnne en ie douwde sun jatte in ut meel om se wit te late
schijne. Toen de geitjes weer froege om suh grijpstuivers te laten sien, dochte
se dat alles oké wasen se seje:”Goeie soep jongus, opu die tent.”
De wollef kwam binne en see:
“Nou heb ik jullie aan je staart fuile stinkers.”
De geite schrokke zich het
apelaserus. De wollef sloeg se half lens en vrat se op. Alleen het sevende geitje
was so link om in de klok te duike en bleef daar sitte tot de wolluf pleite
ging.
Affijn saves kwam de ouwe
geit hartstikke in de lorum thuis en ut kleine geitje see dattie rotwollef de
andere ses in sun muil had gedouwt. ”Soon stuk schorum” see de ouwe, die er meteen
de schurft in kreeg. ”Die rotgijntjes sal ik die goser us effe aflere.” De ouwe
nam een end hout en gong met ut geitje nar het hol van de wollef die met sun folle
pens foor pampus op sun flooiebunker lee te snorke. “Heb jij mijn kindere opgefrete loeder” schreeuwde de ouwe. De wollef
wier wakker en schrok sun eige rot. “Beje belasurt sei die gauw, ik heb geen
poot buite de deur geset”. “Hij liegt dattie barst” riep ut geitje, “ik hepput
selluf gezien.
”De
ouwe sprong naar de wollef toe en sloeg um meteen se harses in. De wollef lag
meteen kassie ses en was in een mum van tijd de pijp uit. De ouwe nam een
nijfie en snee de pens fan de wollef ope. De ses geitjes spronge er meteen uit
en songe: “Daar benne me weer.” “Jullie kenne fan geluk spreke” see de ouwe “daar
was je bijna de pieneut geweest!”.
Affijn, om kort te gaan, se douwde de wollef fol met keije en se lazerde um in ut majum.
En de geite leefde, nog lang en gelukkig.
Bron: een onlangs aangetroffen carbondoorslag op briefpapier van mijn vader (onderwijzer, † 1967) waarschijnlijk door hemzelf (over)getypt
rond 1945.
Willem, ik lees een carbondoorslag van je vader, ik had er bijna geen moeite met het lezen en begrijpen van het sprookje in een Nederlands dialect, alhoewel bij sommige woordjes moest ik even nadenken andere deden me dan weer lachen.
BeantwoordenVerwijderenPrachtig !
Judith
Super grappig die taal. Leuk Willem.
BeantwoordenVerwijderende derde vrouw in rij, waar blijven de mannen, waar het toch wel een beetje een mannen(taal)verhaal is?? Ook een voorbeeld van hoe de hersenen werken: ze springen over de taalfouten heen, althans zo wordt het door mijn hersenen geïnterpreteerd.
BeantwoordenVerwijderenLeuk geheel.
Het is niet te geloven maar de leerkrachten van de basisschool, waar ik ooit in een vorig leven op zat, hebben dit eens voor ons uitgevoerd. Een complete basisschool lag onder de stoelen van het lachen. Dat ik dit verhaaltje hier weer tegen mag komen.
BeantwoordenVerwijderenDas een fijn verhaal van vroeger, me ouwe heer hebbet verhaal van de wollef en de seve geitjes ook nog op een oud stuk papier ligge en hebbet verhaal nog faak foorgeleze ton ik nog de pampers vol scheet... Harstikke fijn om het hier weer es terug te sien petankt. Friendelijke groetpligt, van der lem
BeantwoordenVerwijderen