donderdag 29 december 2011

Bommen en granaten I


Door mijn vorige blogje kan gemakkelijk het misverstand ontstaan dat ik tegen vuurwerk ben. Dat is niet zo. Het zou hypocriet zijn, ik ben ook jong geweest!! Hoe hoger je testosteronspiegel is, des te harder je wilt knallen. Dat gold zeker voor mij. Naarmate je ouder wordt vermindert die oerdrang en wordt siervuurwerk leuker. Nog later heb je ook daar voldoende mee gespeeld. Zo is het mij in ieder geval vergaan.

Toen ik voor het eerst bewust met eindejaarsgeknal in aanraking kwam, zal ik ongeveer vier jaar zijn geweest. Mijn vader deed aan ‘Carbidschieten’, een bijna folkloristisch gebruik in de oostelijke helft van Nederland. Carbid, bestaat uit witgrijze klontjes, die een brandbaar gas produceren (acetyleen) zodra je het nat maakte. Vroeger was carbid te koop bij elke smid, die er mee laste. Nog vroeger waren er carbidlantaarns op rijtuigen en fietsen. Je kon er prima mee knallen.

De voorbereiding voor oudejaarsavond brachten mijn vader altijd in een zeldzaam goede stemming. Tegen het vallen van de avond en na het bakken van oliebollen in de koude schuur met een beige stofjas aan, moest er worden geknald. Elke knal gaf mijn vader een merkwaardig enthousiasme dat hij op mij overbracht. Op zulke zeldzame momenten was hij even de vader die ik had willen hebben. Hij leerde me carbidschieten met een stroopblik.

Met een spijker maakte je een gaatje in onderkant van het liiterblik, deed er een blokje carbid en wat water in, deksel erop, vlammetje erbij en met een knal vloog het deksel er af. Tamelijk onschuldig. Zelf deed hij het later met een melkbus die hij ergens op de kop had getikt. Het principe was gelijk. Voor de ontsteking gebruikte hij dan een lange lat waar een brandende lap aan was bevestigd. Melkbus-schieten is gevaarlijk, het zware deksel vliegt met grote snelheid tientallen meters weg en een enkele keer vliegt het deksel er niet af maar ontploft de melkbus. Die gevaren maakten het juist spannend en in dat opzicht lijkt er in de loop van de jaren niets veranderd.



De knal van een melkbus met carbid is dof in vergelijking met groot vuurwerk, zwaar en draagt ver. Het rondvliegende deksel van de melkbus heeft al heel wat ernstige ongelukken veroorzaakt. Tegenwoordig adviseert men een bal in plaats van het deksel. Carbidschieten met oud- en nieuw schijnt in het oosten van het land weer in opkomst te zijn, je kunt tegenwoordig in ieder geval carbid via internet kopen (en wat trouwens niet?).

Tegenwoordig loop ik minder warm voor vuurwerk dan vroeger, maar in mijn jonge jaren was vuurwerk een eindejaarshobby waar ik naar uitkeek. Ik hield me er behoorlijk mee bezig. Dat was in een tijd dat er niet of nauwelijks vuurwerk te koop was. Knallen was doe-het-zelven, zonder de recepten daarvoor op internet. Later ben ik overgegaan op meer professioneel siervuurwerk. Mooie tijden!


Zo rond mijn tiende beklom ik de tweede trede in mijn pyrotechnische ontwikkeling. De aanleiding was een rage die zich - zoals alle rages onder de schooljeugd - met de lichtsnelheid verspreidde. Een knal-rage. Je had er een holle sleutel voor nodig die je tot op een centimeter moest vullen met afgeschraapte luciferskoppen en dan het schraapsel een beetje aandrukken. Aan het oog van de sleutel knoopte je een touwtje en aan het andere eind een plat afgezaagde spijker die in de holte van de sleutel werd geschoven, tot aan de luciferskoppen.

Met de kant van de spijker naar voren moest je dan het geheel dan tegen een muur slingeren en dat gaf dan een knal, zoiets als een stel klappertjes van een klapperpistool tegelijk. Als het goed ging vloog de spijker uit de sleutel en kon je het opnieuw gebruiken, maar soms plofte de sleutel uit elkaar en had je een nieuwe nodig. In ons huishouden waren op zeker moment alle kastdeursleutels verdwenen, niet tot genoegen van mijn ouders. De knal was niet echt indrukwekkend dus de sleutels moesten steeds groter worden. Maar ook dat was al snel niet hard genoeg. 

(foto internet)
De vergrotende trap bestond uit een dikke moer met aan elke kant daarvan een bout. De luciferskoppen zaten in de ruimte tussen daartussen. Uiteraard moesten de knallen steeds zwaarder worden. De bouten met moeren werden dus steeds groter.  Eerst ging dat nog wel met een touwtje, maar als de bouten veel groter werden vonden zelfs wij dat te gevaarlijk worden.

Helemaal super was het als we af en toe iemand met een lasapparaat zover hadden gekregen om twee moeren aan elkaar te lassen. Dat dat echt gevaarlijk was, waren we ons terdege bewust. Dat het in beginsel dodelijk was niet. De grootste bouten (M18, 18 mm) lieten we, liggend op een plat dak en met alleen een arm buiten boord op een tegelvloer vallen.

Spelen is leren. Om de constructie te laten ploffen moesten we één van de bouten staande laten neerkomen, dat begrepen we wel. Zo leerden we dat we het zwaartepunt moesten verlagen. Na wat experimenten lukt ook dat. De knal was hevig en zo’n projectiel vloog hoog, ver en onvoorspelbaar. Nadat er ruiten bij de buren waren gesneuveld werd er een ouderlijk verbod ingesteld. Dat was als regel niet erg effectief, maar deze keer begrepen we hoe gevaarlijk dat was. Misschien had het feit dat we zelf een deel van de nieuwe ruit moesten betalen nog het meeste invloed. Achteraf gezien produceerden we minibommen. We (twee neven en ik) moesten nieuwe wegen inslaan. Dat hebben we gedaan, en hoe!

5 opmerkingen:

  1. Jezus Willem, wist niet dat jij ooit zulke gevaarlijke wegen hebt bewandeld. Gelukkig dat dit soort avonturen van jou geen gevaarlijk man maken maar wel een begenadigd intens genietend verteller. Zo ervaar ik het althans. Alweer genoten van je vertelkunst Wim! Doeiiiiiiiii.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dit is alleen maar het begin Monique, het zou nog veel erger worden. Daarover later.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Willem weerom ontzettend genoten, kijk al uit naar wat er "later" komt ! Judith

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Mij verwondert het dus geen haar dat je dit allemaal hebt uitgetest. Het is iets dat heel goed bij jou past: zoeken, ontdekken, experimenteren, vernieuwen....openstaan voor nieuwe dingen....
    Typisch "Willem".
    gr. Marijke.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Willem,

    Hoezo gevaarlijk?
    Niets doen, dát is pas gevaarlijk!
    Ik wens jullie een gevaarlijk 2012!

    lieve groet marinus

    BeantwoordenVerwijderen