zaterdag 20 april 2013

Stokjes

Na meer dan twee weken van huis was ik het eten in restaurants weer aardig beu. Niet dat het niet lekker was, maar niet overal wordt er even puur gekookt en wat dat betreft ben ik akelig verwend. De Russische keuken was ook geen verademing. Natuurlijk is ter afwisseling af en toe een Italiaan of een goeie Chinees niet te versmaden maar toch ben ik blij dat ik niet in China woon al was het alleen maar omdat ik dan elke dag Chinees zou moeten eten en ik bovendien niet zo gek ben op rijst.


Toen ik vorige week onverwacht moest overnachten in een stad in het zuiden van Nederland, kreeg ik van de eigenaar van de uitstekende Bed & Breakfast restaurant tips. Op loopafstand was er een uitstekend Japans restaurant. Dat leek me wel wat. Ooit zijn Maatje en ik in Parijs uitgenodigd door een Japanner voor een diner in een befaamd Japans restaurant. Hij koos gerechten die wij met onze gebrekkige kennis van de Japanse keuken nooit zouden hebben geselecteerd. Het werd verrukkelijk diner, leerzaam en in een aangenaam gezelschap. Tussen de gangen door konden we ons verbazen over de vaardigheden van de Japanse koks die vlak voor ons op bakplaten ware goochelkunsten met hun messen vertoonden. Kortom, ik had goede herinneringen aan de Japanse keuken, dus vol verwachting ging ik op pad.

Toen ik de betreffende straat inliep bekropen mij wat lichte twijfels. Het was nou niet meteen een omgeving waar je een exclusief restaurant zou verwachten, maar het was me aanbevolen door iemand die twee straten verder woonde en zijn B&B was uitstekend, dus het zou vast wel goed zijn. Nadat ik de 2e deur achter me had gesloten stond ik in een restaurant dat het midden hield tussen een halfduistere bistro en een Chinees restaurant. De meeste tafeltjes waren bezet of er stond een bordje gereserveerd op. Op zich een goed teken.

Aan de een grote tafel bij het raam zat een dozijn personen, gestimuleerd door glazen bruiswijn, quasi vrolijk iets onduidelijks te vieren en luidruchtig te wezen. Achterin in het zaaltje was er te hoog barretje met daarachter een half open keuken waarin je nog juist de hoofden kon zien van drie Japanse koks die ingespannen dingen liepen te doen die je niet kon zien. Jammer want ik had in gedachten al uitgekeken naar de verbazende messentrucs die Japanse koks uit hun mouw lijken te schudden. Het barretje en de ruimte daarvoor was bezet met wachtenden voor afhaalmenu’s die elkaar in hoog tempo afwisselden. Rustig was anders. Het niveau liet weinig te raden over, evenals de prijs/kwaliteitverhouding. Ik besloot te blijven.


Omdat ik niet had gereserveerd keek het Japans uitziende meisje zorgelijk. Uiteindelijk was er nog een plaatsje aan een wat een 4-persoonstafel leek maar na een verschuiving van 10 cm bleken het twee tafeltjes van 70x70 te zijn. Krap, maar tamelijk royaal in vergelijking met de 60 cm van Franse bistrotafels. Het andere tafeltje was bezet door een vriendelijk uitziende man van rond de 60 en een vrouw van rond de 25, maar leeftijd schatten is niet mijn sterkste punt.

Kennelijk waren mijn buren nog niet zo lang binnen want ze kregen juist de menukaart. Op mijn vraag of ik op de mij toewezen plaats mocht zitten kreeg ik een vriendelijke en vanzelfsprekende toestemming. Spraak en kleding van mijn bijna-tafelgenoten wezen op een gegoede maatschappelijke klasse. Aan het gesprek te horen – waarvoor ik op die korte afstand mijn oren moeilijk kon sluiten - waren het vader en dochter die elkaar niet al te vaak spraken. Dochter was vaker bezig met het versturen van WhatsAppies  dan met luisteren naar de tips en wijze woorden van haar vader over haar loopbaan en sollicitaties in het verre oosten, maar zo zijn dochters op die leeftijd nu eenmaal.

De kaart was gesteld in het Japans met Nederlandse onderschriften dat wel. Misschien was andersom logischer geweest dacht ik nog. Op basis van foto’s en passerende gerechten koos ik een onduidelijke soep en een voldoende assortiment gevarieerde sushi’s om te beginnen. Intussen kreeg ik een Japanse placemat en zwarte eetstokjes. Dat laatste maakte me lichtelijk ongerust, maar ik troostte me met de gedachte dat ik straks nog ander gereedschap zou krijgen. Dat bleek in beperkte mate te kloppen: bij de soep kreeg ik een lepel.

Intussen hadden mijn buren hun voorgerecht gekregen. Hij at soep en met een extreem schuin oog zag ik dat mijn bijna-tafeldame met verbluffend gemak de stokjes hanteerde bij het verorberen van haar voorgerecht, een kunstje dat ik niet beheers. Ik probeerde om zonder op te vallen te kijken hoe ze de stokjes vasthield. Dat onopvallende viel niet mee omdat ze vrijwel naast me zat.

Toen ik mijn sushi’s kreeg (of is sushi al meervoud?) nam ik mijn stokjes tussen de vingers net zo als ik bij mijn bijna-tafeldame had gezien. Helaas kon ìk er niets mee vastpakken. Opnieuw keek ik stiekem, maar dat leverde niets nieuws op: ik hield ze net zo vast als zij. Het essentiele verschil was dat zij er alles mee kon pakken en ik niets. Ik probeerde van alles: Laag vasthouden, hoog vasthouden, het tweede stokje tussen ander vingers knellen, maar de zalmreepje bleven waar ze waren, of ze vielen van een paar centimeter naar beneden en belanden op een ander deel van het plankje. Maar in de buurt van m'n mond kwamen ze niet. Ik voelde me steeds minder op m'n gemak.

Om niet te opvallend te blijven prutsen, camoufleerde ik mijn onvermogen door mijn stokjes neer te leggen, wat te schuiven met het schaaltje saus, een slok water te nemen, rond te kijken en opnieuw te beginnen. Maar wat ik ook probeerde, het lukte niet.

Gelukkig waren de reepjes zalm niet al te groot. Na een tiental pogingen (of waren het er meer?) kwam ik op het idee dat ik ze met enige moeite over het onderste stokje kon hangen en dan de punt van de sliertjes door het sausje halen. Het kommetje had ik uit voorzorg al in de onmiddellijke nabijheid van de zalm gezet om te voorkomen dat het visreepje met een spetterende plons en bijbehorende gevolgen in de saus zou verdwijnen. Ik voelde me even mister Bean en deed mijn reuzenbest om niet bijbehorend om me heen te kijken.

Na de nodige camouflerende pauzes had ik een halfuur later eindelijk mijn plankje leeg. Een royale maaltijd was het niet, maar in het vooruitzicht van een hernieuwd en hopeloos gevecht met stokjes ontbrak de animo om nog een gerecht te bestellen. Zo onopvallend mogelijk heb ik het restaurant verlaten. 

Op mijn kamer heb ik de twee resterende mandarijntjes gepeld.

3 opmerkingen:

  1. Maar Willem toch, ik zit hier van begin tot einde te lachen, ik zie je zo voor mijn ogen, vriendje toch... je moest je een vork en een mes gevraagd hebben. Super zalig blogje om te lezen hoor.... Prachtig geschreven ! Echt een favoriet blogje.

    Liefs van Marijke.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Oefening baart kunst, niet opgeven en het wordt vanzelf een soort van peuzelen.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Willem,

    Wat een heerlijk verhaal, heb genoten van de eerste tot laatste zin, en zag je(met een grote glimlach op mijn gezicht) al klungelen met de stokjes. Geweldig !

    Liefs
    Judith

    BeantwoordenVerwijderen