dinsdag 7 augustus 2012

Het WC-raampje

Ramen zijn bijzonder. Ze vormen de transparante scheiding tussen binnenwereld en buitenwereld. Een territoriumgrens. Binnen woon ik, buiten wonen anderen, al kunnen wij dat hiervandaan niet zien.

Je kunt van binnen naar buiten kijken. Andersom ook, maar dat heeft geen zin want je weet al wat daar je zult zien. Binnen is het veilig, buiten vaak niet. Onheil komt bijna altijd van buiten naar binnen. Binnen waan je je veilig, ook al ben je dat niet helemaal. Binnen is het ’s zomers koel en s’ winters warm, buiten is dat vaak andersom. Net zo iets als in mijn hoofd: binnen woon ik en de rest is daarbuiten. Binnen ken ik de weg, ik hoef ik niet op te letten of me te verbazen, buiten moet ik op m’n hoede zijn.

Als ik door een raam naar buiten kijk zie ik van alles. De tuin, de bloemen, bomen, het landschap tot aan de horizon, de wisselende seizoenen, dieren als fazanten, kwartels, hazen, herten, allerlei vogels, teveel om op te noemen. Elke dag is het buiten anders, binnen natuurlijk ook, maar dat valt zelden op.


Ramen moeten open kunnen. Franse ramen vind ik veel beter dan Nederlandse omdat ze naar binnen draaien. Als je hier de ramen open doet heb je het idee dat je de buitenwereld en het mooie weer uitnodigt. Bij naar buiten draaiende ramen heb ik dat idee helemaal niet. Dat heeft niets uitnodigends, je dringt je binnen op aan buiten. Het is waar, je kunt hier geen planten in de vensterbank zetten, maar dat hoeft ook helemaal niet want de Franse vensterbanken zijn breed genoeg om de potten of bloembakken buiten te zetten, uien te drogen of je tomaten te laten rijpen.

In de achtergevel hebben we drie dubbele openslaande deuren, een draairaam en twee kleine raampjes. De deuren draaien ook naar binnen. Als ze open staan is het altijd mooi weer of andersom en muggen, buren en insluipers hebben we hier niet, op een enkele boerenzwaluw, hagedis of kever na, maar die gaan meestal zelf weer naar buiten.

Toen we dit huis kochten was er in de achtergevel één klein draairaam, dat van het toilet. Op zich verre te preferen boven de beperkt functionele mechanische ventilatie in een WC – die bestond vroeger trouwens niet - maar het raampje zat verkeerd. Of eigenlijk zat het raampje prima, maar het toilet bleek - wat ons betreft - op de verkeerde plek te zijn gemaakt.

Bij de vorige eigenaars was de zolder niet in gebruik. Er was dus geen trap en die wilden wij wel. De plek waar een trap het minst zou hinderen bleek voor een deel op plek van het bestaande toilet uit te komen. Nu is een nieuw toilet maken op zich niet zo’n probleem, maar een bestaande WC-ruimte in een bewoond huis 75 cm zijdelings verplaatsen is dat wel. Eerst moest er boven een toilet worden gemaakt inclusief toe- en afvoer voordat we aan de sloop en de trap konden beginnen. We konden toen alleen boven komen via een dakkapel en een ladder die buiten tegen te gevel stond. Dat heeft een paar weken geduurd. Het is uiteindelijk allemaal gelukt, maar er moeten toen toch een aantal moeilijke hygiënische momenten zijn geweest. Gelukkig kan ik me die niet meer herinneren.

Omdat ik erg vóór licht en lucht in de WC ben, betekende verplaatsen van het toilet ook het verplaatsen van het raam. Nou verplaats je een raam in een 60 cm dikke muur niet zomaar; beter gezegd: een raam is niet te verplaatsen. Het betekende hakken, slopen en het dichtmetselen van het gat. Het nieuwe raampje moest op staande ooghoogte zijn en met ‘respect du stile’. Dus het werd volgens regionale traditie omgeven door gezaagde brokken kalksteen die ik ergens anders van had overgehouden. Die brokken bepaalden meteen de maten van het raampje dat gelukkig in een klein fabriekje de buurt op maat kon worden gemaakt van politiek correct Frans eiken.



Het uitzicht vanuit het toiletraampje is praktisch gesproken vrijwel voorbehouden aan mannen.  Staande plassen heeft z’n voordelen. Gemiddeld zesmaal per dag hebben mannen, ik dus met name – voor zover mijn attentie niet elders is vereist – ongeveer een minuut de gelegenheid door zo’n raampje naar buiten te kijken. Als je bier hebt gedronken vaker. Ik kan dan langs de kersenboom kijken naar een appelboom en het landschap daarachter.


Dagelijks word ik op die manier bepaald bij het weer, het opkomen van de seizoenen, van het groeien van de knoppen, het rijpen van de kersen, het kleuren van de appels, de naderende herfst en de wisselende kleuren van de korenvelden. In de winter heb ik uitzicht op kramsvogels, spechten en andere overblijvers die de overtollige appels gebruiken om te overleven. Het WC-raampje staat bijna altijd open. Zo komt voor mij zomer en winter de buitenwereld elke dag een paar keer binnen.

6 opmerkingen:

  1. en wordt er niet op de bril geplast ? ;-)

    Wat heb jij hier een serieus blog geschreven rond al die raamtoestanden , ik zit in mezelf te lachen.

    Leuk.

    gr. Marijke

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Die is omhoog. Bovendien: eerst richten dan kijken

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ah.....dat WC-raampje! Wat moeten wij meisjes toch veel missen als we bij jou plassen!! :-) XXXxxxxx

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Mijn Richard gaat zittend plassen [veel minder schoonmaakwerk !!]
    Okee , er valt toch niets te zien vanuit ONS kleinste kamertje !!
    Maar Wim, wat een leuk-lang verhaal van zo'n klein raampje !!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Toen Ans en ik laatst hielpen bij het raampjes zemen had ik helemaal geen visioenen over vergezichten en rijpend fruit, alleen spinnestront verwijderen en opleveren zonder strepen!
      Hanny

      Verwijderen
    2. Gemiste kans, jammer. Verder kijken dan het raampje. Maar ook het spinnengedoe is interessant. Strepen zie ik nooit omdat het raampje meestal open staat! Je moet toch altijd verder kijken dan je neus lang is? Met het juiste oog en gevoel is het buitenleven ook (zelfs) met spinnen romantischer dan je denkt.

      Verwijderen