Ik ben geen jager. Hoewel ik ooit geleerd heb om met vuurwapens om te gaan, heeft jagen me nooit aangetrokken. Alleen de hazen en konijnen die, ondanks de omheining, mijn groentetuintje proberen te ruïneren, verander ik doorgaans in hazenrug of een stoofpotje. Dat doe ik overigens met gemengde gevoelens. Buiten ons terrein zijn ze wat mij betreft veilig. Voor fazanten geldt een uitzondering, die lust ik graag, maar die schiet ik niet, ook niet op ons terrein. Daardoor hebben we een ‘huisfazant’ een prachtige haan die ons terrein ook tot het zijne rekent en ons regelmatig met een bezoek vereert.
Er is hier veel wild, dat komt vooral omdat dertig procent van Frankrijk nog steeds bos is, een totale oppervlakte die vijf keer zo groot is als heel Nederland! Het wild wordt hier niet bijgevoerd, maar desondanks groeien de populaties. Zo zijn er regelmatig grote groepen wilde zwijnen in het 1000 hectare grote jachtgebied aan de overkant, die enorme ravage aanrichten bij de landbouwers en complete greens op de golfbaan hebben geruïneerd.
Ik begrijp wel dat de wildstand gereguleerd moet worden, maar daar hebben ze mij niet voor nodig. Frankrijk telt ruim 1,2 miljoen jagers. Maar desondanks was het een paar jaar geleden zo erg dat de eigenaar het hele golfterrein van ruim 20 hectare (!) rondom heeft moeten voorzien van schrikdraad om de wilde zwijnen te weren. De plaatselijke jachtvereniging heeft er in het jachtseizoen de zondagse handen vol aan.
Het jagen is tegenwoordig streng gereguleerd. Het wild wordt door inspecteurs vóór het jachtseizoen geteld/geschat en er wordt heel precies aangegeven hoeveel dieren van welk geslacht en welke leeftijd mogen worden geschoten. Vaak halen de jagers dat niet eens omdat bijvoorbeeld wilde zwijnen ze veel te slim afzijn. Eric is de plaatselijke jachtopziener. Hij is bij elke (zondagse) jacht aanwezig en ziet erop toe dat alles volgens de strenge voorschriften verloopt.
In Engeland is de vossenjacht een geliefd tijdverdrijf van de hogere klasse, in Frankrijk niet, want vossen kan je niet eten. Eric is de enige vijand van vossen die hier ruim vertegenwoordigd zijn. Een seizoen waarin Eric meer dan 20 vossen vangt is geen uitzondering. Toen er bij een Nederlandse vriendin van ons in de loop van enkele jaren 50 vossen waren doodgebeten, bestelde ze uit wraak via mij bij Eric 50 vossenstaarten. Toen ze er binnen een jaar 25 had gekregen was dat voldoende genoegdoening.
Vorig jaar zat Eric bij ons een keer op het terras aan het diner, toen we een flinke vos zo’n 100 meter verder op het land van de buurman zagen zonnebaden in de avondzon. Vanaf dat moment was hij bijna niet meer te houden. Het liefst was hij naar huis gegaan om zijn jachtgeweer te halen in plaats van de heerlijke maaltijd voort te zetten.
Enige tijd later had een vos op het land naast ons twee jongen waarmee we wel eens ook in oog stonden toen ze ons terrein kwamen verkennen. Omdat we geen kippen houden vond ik dat niet erg. Eric kwam speciaal langs om me met nadruk te vragen om ze te schieten als ik ze zag. Ik heb ze daarna zogenaamd niet meer gezien.
Twee weken geleden heeft een vos, voor het eerst in jaren, vier van zijn kippen doodgebeten. De overlevenden leggen sindsdien van de schrik geen eieren meer. Dus zitten we zonder echte scharreleieren. Eric heeft nu de totale vossenoorlog afgekondigd en hij is er druk mee. Maar tot nu toe geen vos. Vossen zijn slimmer dan menige inbreker.
Hij weet ook wel dat zijn oorlog niet te winnen is, net zoals sommige menselijke oorlogen en de strijd tegen jezelf. Maar ‘niet bestrijden’ is natuurlijk geen optie voor een zichzelf respecterende jachtopziener die kippen houdt.
Willem wat zal ik je missen, te veel om op te noemen. Je ben onvervangbaar.
BeantwoordenVerwijderen