
Dat bleek ook zo te zijn. Na dat telefoontje volgden een paar maanden van onzekerheid, intensieve internetstudie (eigen keus) afgewisseld door dwalen door het (internationale) medisch labyrint van prostaatkanker-specialisten (ook eigen keus). Na biopten, geavanceerde scans, pathologische onderzoeken en het raadplegen van urologen, internisten, pathologen, radiologen en oncologen was de situatie enkele maanden later onbetwistbaar en werden mijn vermoedens zekerheid: een redelijk agressieve prostaatkanker met uitzaaiingen in 23 lymfeklieren. Levensverwachting volgens de vooraanstaande oncoloog: nog 2 jaar in goeden doen en dan nog enkele maanden ziekte. Voorwaarde: meteen overgaan op intensieve hormoontherapie, anders zou het korter zijn. Dat liet weinig keus. Aldus besloten.
De medicatie was niet mals, althans de bijwerkingen niet, al wist ik toen nog niet hoe verstrekkend die zouden worden. Dat gaf soms hoop. Ik veronderstelde dan dat de werking - die ik niet kon waarnemen - even goed zou zijn als bijwerkingen die ik dagelijks ondervond. Maar de psychische effecten van de therapie en de slechte prognose gaven af en toe meer wanhoop dan hoop.
Vorige week heb ik opnieuw een MRI scan ondergaan, gisteren kreeg ik de uitslag. Het resultaat kon niet beter: (nog) geen uitzaaiingen in de botten, de lymfeklieren zijn ten opzichte van drie jaar geleden niet toegenomen in volume en op de scan is er geen kanker van de prostaat meer te zien (wat niet gelijk is aan afwezig - WG). Mijn verbazing (en die van mijn uroloog) is groot. Het is heel goed nieuws, maar ik kan het na de afgelopen jaren nog niet helemaal bevatten. Ik weet niet goed wat ik ermee aan moet: ongeneeslijk blijft ongeneeslijk. Bovendien: de resultaten van het heden bieden geen garantie voor de toekomst.
Toch denk ik dat ik maar ga sparen voor mijn 70e verjaardag over 1,5 jaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten