zaterdag 15 januari 2011

Liesje 1


Ik ben haar naam vergeten, zoals ik veel dingen vergeten ben. Er was iets met een ‘ie’ in haar naam geloof ik. Maar misschien denk ik dat alleen maar omdat ik namen met een ‘ie’ erin mooie namen vind. Maar dat maakt niet uit. Of al het andere dat ik me van haar meen te herinneren waar is, weet ik ook niet zeker. Geheugen is verraderlijk, zeker het mijne, maar ook dat maakt niet uit. Voor mij is het zo.

Liesje dus, al had ze ook Shirley kunnen heten, maar we woonden in Barneveld en haar ouders waren gereformeerd dus dat lijkt me nogal onwaarschijnlijk. Haar vader was huisschilder. Hij had een werkplaats naast het huis, maar daar was hij bijna nooit. Haar moeder was heel aardig, ze had oudere broertjes en ze woonde op het Molenplein. Voor haar voordeur waren twee stenen treden waar je, laat in de middag, lekker in het zonnetje kon zitten. Maar ook dat is allemaal onbelangrijk. Het allerbelangrijkste is dat ze lief was, erg lief, en ik weet heel zeker dat dat niet iets is dat ik later zelf heb bedacht.

Ze had blauwe ogen en halflang blond haar dat licht krulde en waar haar moeder dan pijpenkrullen in maakte zodat ze een beetje op Shirley Temple leek, al kende ik die naam toen nog niet. Pas heel veel jaren later ontdekte ik wie Shirley Temple ooit was geweest en toen was ik Liesje al heel lang uit het oog verloren.

De krullen maakte haar lieve gezicht nog liever. Achteraf begrijp ik dat het een heel verlegen meisje was, maar bij mij was ze dat niet. Bij mij was ze altijd gewoon vond ik. Stilletjes, dat wel, maar gewoon. Dat stille vond ik prettig. Ze ook kon aandachtig naar me kijken als ik iets zei. Soms vertelde ze ineens honderduit en dat was fijn. Vaak zeiden we niets, dat was ook goed. Dan zaten of liepen we naast elkaar. We begrepen elkaar zonder woorden. Alleen als we samen speelden, dan was ze niet stil en ik ook niet, want anders kon je niet spelen, behalve in het zand.


Liesje was vijf en ik ook. We zaten bij elkaar in de klas op de kleuterschool. Iedereen wist dat we gek op elkaar waren. We werden er vaak mee geplaagd. In de klas, maar thuis ook. “Jij gaat met Liesje”, werd er dan gniffelend gezegd. Dat was ook zo, maar wat viel daar nou om te gniffelen. Ik weet nog goed hoe ongelukkig ik me voelde als er spottend over werd gedaan, vooral thuis.

Ik kan nog kwaad worden over het onbegrip van die verknochtheid. Het verschilde in wezen in niets van die van volwassenen, dat kan ik nu bevestigen. Sex is geen voorwaarde voor dat gevoel. Wij zouden met elkaar trouwen als we groot waren! Waarom? Omdat we elkaar aardig vonden en het altijd fijn vonden om bij elkaar te zijn. Daarom! Daarom trouw je toch? Waarom doen grote mensen daar altijd zo raar over? Omdat ze iets weten dat kinderen nog niet weten? Omdat ze weten dat ons verbond niet blijvend zal zijn? Nou, in bijna 50% van de gevallen, het hunne ook niet!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten