vrijdag 5 december 2014

"Zeg me van welke muziek je houdt en ik zal zeggen hoe oud je bent"

Ik ben opgevoed met klassieke muziek. Zo erg zelfs dat ik met een redelijke trefkans in staat ben geweest de componist te raden van een muziekstuk dat ik nog niet kende. Klassieke klassiek kan ik nog steeds waarderen, maar het is vanaf de pubertijd in de knel gekomen door de toen opkomende popmuziek.

Stiekem luisterde ik toen in het duister van mijn bed en onopgemerkt door mijn ouders naar de late uitzending van de hitparade op Radio Luxemburg. Om dat te kunnen had ik een kristalontvangertje in elkaar geknutseld en aangesloten op een eenogige koptelefoon van een antieke telefoon. Het afstemmen op de zender was een heisa en de ontvangst - via de lange golf - was miserabel. In golven nam de muziek af tot een irritante ruis en viel dan weg. Als ik geluk had kon ik dan nog een flard horen, maar vaak moest ik op school vragen naar de Top 3 van die week.

Toen ik een jaar of zestien was kreeg ik van mijn vader een gitaar. Hij had die in Spanje voor me gekocht op een zeldzame reis per auto naar het land van Franco. Daardoor belandde ik op gitaarles. Mijn schoolvriendjes probeerden de toen populaire gitaargroep de Shadows na te spelen op een elektrische gitaar, maar ik moest eerst klassiek gitaar leren spelen vond mijn vader. Hij had natuurlijk gelijk, maar hij kreeg het niet.

Ik vond mezelf niet muzikaal genoeg en ben er na anderhalf jaar mee gestopt. Daarna ben ik passief muzikaal geworden, luisteren dus. Toen ik eind 70-er jaren per ongeluk popfotograaf werd voor een uitgever moest ik de concerten van o.a. Queen, Dolly Parton, Status Quo, Herman Brood en Golden Earring fotograferen. Dat heeft dat mijn belangstelling voor pop- en countrymuziek behoorlijk versterkt.

Ik luister vrij veel naar muziek die bij mijn leeftijd past. Dat heet populaire muziek of popmuziek, maar dat is het niet. Een behoorlijk deel van ‘mijn’ muziek is nooit populair geweest bij groot publiek en voor zover dat wel het geval is, is veel van die muziek jammer genoeg (bijna) vergeten. Ouwelullen muziek dus, hoewel Elvis er bij mij niet bij zit. Luc de Vos, de populaire Vlaamse popster, die vorige week totaal onverwacht is overleden, zong er over: “Sterren komen en sterren gaan, alleen Elvis blijft bestaan.” Dat zinnetje heeft dezer dagen een geladen betekenis in België.

Ik zou met animo over sommige songs, songteksten en artiesten kunnen schrijven, maar dat doe ik niet. Er zijn teveel genres en smaken en iedereen heeft een eigen voorkeur. Dus waarom zal ik iemand lastig vallen met wat ik prettig vind om naar te luisteren en waarom dat zo is. Dat laatste is moeilijk uit te leggen en zelden over te dragen. De aanleiding om toch dit blogje te schrijven was dat de bijna vergeten muziek van de Traveling Wilburys zelfs op Spotify niet te vinden is. Het is - in het genre - fraaie en prettige muziek die door een reeks van gelukkige toevalligheden is ontstaan. Weinigen in NL zullen de naam kennen van deze gelegenheidsgroep, maar bijna iedereen kent minimaal één naam van de vijf beroemde popsterren.

Dit is het verhaal:

Eind 80-er jaren kocht ik mijn CD’s in een klein platenwinkeltje in Gouda. Het was in alle opzichten zo ongeveer het tegengestelde van de Free Record Shop. Het werd gedreven door een paar vrienden, muziekliefhebbers, die de muziek verkochten de ze zelf waardeerden. Op een zaterdag eind 1988 werd me de nieuwe CD van de Traveling Wilburys hogelijk aanbevolen. Niemand - behalve fans van de solo artiesten  - wist toen helemaal zeker wie de muzikanten waren, alleen de stem van Roy Orbison was te herkennen uit duizenden en die van Bob Dylan was ook vrijwel zeker, maar het werd door niemand bevestigd. De afbeelding op de hoes liet te raden over.

Op de hoes luidde de achternaam van alle vijf muzikanten Wilbury, iets dat niemand geloofde, maar het was en is nog steeds sterke muziek in dat genre.

De songteksten gaan natuurlijk over de liefde en andere problemen. Veel opvallends valt er niet over te melden, op één zinnetje na in het verder bijna tekstloze nummer "Margarita": “She wrote a long letter on short piece of paper”, een vondst. Ook de laatste refreinen van "End of the Line" spreken me aan, maar dat is nogal persoonlijk vrees ik:

Well it's all right, even if you're old and gray
Well it's all right, you still got something to say
Well it's all right, remember to live and let live
Well it's all right, the best you can do is forgive 

Hoe dan ook, het is en blijft vrolijke popmuziek, bovendien een CD waarbij het plezier van muziek maken uit de luidsprekers spat. Maar het is zoals met alle CD’s, je vindt maar een paar nummers goed, de rest is voor het grote vergeetboek.

Volgens bronnen op internet is het april 1988 als George Harrison (ja, die van de Beatles) in Los Angeles is. Hij staat onder grote druk want hij moet voor nieuw single van hemzelf een B-kant opnemen. Hij hikt er tegenaan, de song wil maar niet lukken. Bij toeval is Jeff Lynne (van het Electric Light Orchestra) op dat moment ook in Los Angeles om een paar nummers voor een LP van Roy Orbison te produceren. De drie heren spreken af samen een hapje te gaan eten. Tijdens het etentje vertelt Harrison dat hij van zijn platenmaatschappij dringend een nummer moet opnemen, maar dat hij totaal geen inspiratie heeft. Dat helpt, zijn vrienden bieden meteen hun hulp aan.

Dan gaat het ineens razendsnel. Ze willen de volgende dag al de studio in, maar ze kunnen op zo’n korte termijn geen studio meer reserveren. Dan komt Harrison met het idee om Bob Dylan te bellen die thuis een opnamestudio heeft. Dat lukt en ze kunnen de volgende dag bij Dylan in Malibu terecht.

Na het diner stopt Harrison nog even bij het huis van Tom Petty (van de Heartbreakers) om zijn gitaar op te halen voor de volgende dag en hij nodigt meteen Petty uit om ook mee te doen. Zo ontstaat bij toeval de gelegenheidsgroep van 5 solistische supermuzikanten. De volgende dag draaien ze even het nummer “Handle With Care” in elkaar en vijf uur later staat het nummer 5-stemmig op de band!

Missie zeer geslaagd zou je verwachten. Maar nu gooit de platenmaatschappij roet in het eten. Het nummer is veel te goed, totaal niet geschikt voor een B-kant van een single. Of de heren maar even een hele CD in die stijl willen opnemen. Daar hebben ze wel zin in en zo ontstaat de eerste CD van de Traveling Wilburys. Het al opgenomen “Handle With Care” wordt het openingsnummer. De andere nummers worden binnen een maand geschreven en opgenomen. De plaat komt in oktober 1988 uit. Het wordt een behoorlijk succes in Amerika met uiteindelijk 3 miljoen verkochte exemplaren. De geheimzinnigheid rond wie die steengoeie muzikanten zijn draagt daar zeker aan bij.

Door het succes en de onderlinge klik willen ze een 2e CD op te nemen, maar in december 1988 overlijdt Roy Orbison plotseling. Het gerucht gaat dat Del Shannon zijn beoogde opvolger zou worden, maar die overlijdt door zelfdoding. Dan komt er in 1990 toch nog een 2e CD van de 4 overgebleven leden van de supergroep, die merkwaardig genoeg CD3 heet. De stijl is herkenbaar maar er zijn - op enkele uitzonderingen na - meer rockinvloeden. De CD heeft minder muzikale charme dan hun 1e CD. Omdat de bijzondere stem van Roy Orbison ontbreekt, zijn de nummers ook vlakker. Al met al wordt het succes van de 1e CD lang niet geëvenaard.

In 2007 brengt de platenmaatschappij beide CD’s nog een keer uit, nu als verzamelalbum met een paar bonus-tracks. Er wordt ook een DVD met video’s van songs aan toegevoegd, maar de muzikale herfst voor de Traveling Wilburys is dan al aangebroken. Behalve natuurlijk voor de liefhebbers van pophistorie en deze muziek.

Hier de video van het nummer waar het allemaal mee begon: "Handle With Care"

Het laatste nummer van CD1 ademt dezelfde sfeer, het is deels 5-stemmig, afgewisseld met een solo van ieder afzonderlijk. Het is zo’n cirkelvormig liedje dat zich vast kan zetten in je hoofd en dat je er dan moeilijk meer uit krijgt. Als je wilt weten of dat bij jou ook zo is, kan je die song hier beluisteren: "End of the Line"

Geen opmerkingen:

Een reactie posten