vrijdag 5 september 2014

Utopie

Je zou het van mij misschien niet verwachten - ik zelf ook niet - maar tot nu toe heb ik Utopia op TV gevolgd. Eigenlijk schaam ik me er een beetje voor maar ik zal het uitleggen.


Het siert je overigens als je het programma van SBS6 niet kent. Je mist niet veel. Wat het is?

Het is een real life waarbij 15 mensen een jaar lang zijn opgesloten op een oud kazerneterrein met loodsen die ze zelf leefbaar moesten maken. Ze zitten 24 uur per dag op elkaars lip. Dag en nacht onder het alziend oog van 105 camera’s. Er is geen plekje waar ze niet bekeken (kunnen) worden. Ze mogen op straffe van een enorme boete niet van het terrein af of het opgeven. Het is dus een ruime gevangenis.

Het gaat me niet om de sensatie - want dat brengt het bij mij niet teweeg - of om het gedoe rond het vaststellen van de pikorde. Evenmin over vriendschappen, coalities, ruzies, verzoening, verliefdheden en andere roerselen die voortspruiten uit onze hormoon-huishouding. Juist dat deel - helaas het overgrote deel van de geselecteerde beelden - boeit mij niet of nauwelijks. Dat heb ik allemaal voldoende meegemaakt en - hoe verschillend het ook lijkt - het verloopt volgens een beperkt aantal vaste patronen die verschillende uitkomsten kennen. Nee, het gaat me om wat anders, hoe organiseren ze hun samenleving, met welke spelregels, hoe komen die tot stand en hoe bestendig zijn die? Kortom hoe verloopt de groei van chaos naar een stabiele situatie?

In de organisatiekunde bestaan er vaste patronen, zoals bij alle levende organismen. Je kunt niet volwassen worden zonder een aantal stadia in vaste volgorde te doorlopen. Dat geldt voor planten, dieren, mensen en organisaties. Baby, peuter, kleuter, puber etc. Elke fase heeft eigen kenmerken en je kunt aardig voorspellen hoe de volgende er ongeveer uit zal zien. Met organisaties is dat niet anders. Bij organisaties is er een extra factor, de schaal. Een kleine organisatie moet anders in elkaar zitten dan een grote. Kort gezegd: hoe meer mensen er moeten samenwerken, des te meer spelregels zijn er nodig. Die spelregels ontstaan ‘vanzelf’. Eerst moet er iets fout gaan en dan ontstaat er een regel of voorschrift. Die ontwikkeling loopt via min of meer vaste patronen, van crisis naar crisis, en daar kijk ik vooral naar. Zouden uitgangspunten van de organisatiekunde ook gelden voor een beperkte groep mensen zonder gemeenschappelijk doel?

Het antwoord: tot nu toe niet, maar de onvrede neemt toe en dat is een voorwaarde. Zonder een crisis geen verbetering! Zolang alles goed gaat heb je geen regels nodig. Er zijn in Utopia inmiddels een paar regels ontstaan maar daar trekt een aantal mensen zich openlijk niets van aan. Andere sancties dan gebrek aan sociale acceptatie zijn er nog niet.

De historie leert dat er geen succesvolle communes bestaan. Alle pogingen zijn mislukt. De idealen die er aan ten grondslag lagen sneuvelden in de meeste gevallen door gebrek aan discipline. Paradoxaal, omdat juist het ontbreken van discipline en macht één van de idealen was bij de oprichting. Splijtzwam zijn dan niet de idealen, maar de dagelijkse beslommeringen (wie maakt de WC schoon, wie ruimt op), ongelijke inspanning van de leden (waarom mag de één meer dan de ander) en de besteding van geld. Samen leven en samen werken zonder regels en discipline is nu eenmaal onmogelijk.

Ik heb me vergist in het tempo van de ontwikkelingen in Utopia. Ik had voor mezelf een paar voorspellingen gedaan over hoe het zou verlopen en het tot stand komen van regels, maar die zijn nog niet uitgekomen. Het lijkt er sterk op dat dat komt omdat er (nog steeds) geen gemeenschappelijk doel is en voor zover het er wel is, is het flinterdun. Kikkers in een kruiwagen.O.a. door gebrek aan discipline heeft de volgende crisis zich deze week aangekondigd. Later dan ik had verwacht. Daar is nu dagen een kernteam uit voortgekomen, de eerste aanzet tot een andere besturing dan 'meeste stemmen gelden'. Ik ben benieuwd of, en zo ja, welke verbetering daar uit voortkomt. Hoewel de kans op een utopisch einde aan het einde van dit jaar minimaal lijkt.

Sinds gisteren is er een beloningssysteem voor schoonmaakwerk ingevoerd. Als je sigaretten wilt kopen of een nieuwe onderbroek, kan je nu uitrekenen hoe vaak je daar de WC voor moet schoonmaken. Utopia begint steeds meer op de samenleving erbuiten te lijken.

Nu is een utopie op zich natuurlijk nastrevenswaardig, mits zonder geweld. Maar die moet je dan vooral zelf proberen te bereiken. Ook dat is een groeipad met alle stuipen die daar bij horen. Gelukkig staan er hier geen camera’s op me gericht, ik mag het terrein af, ik hoef niet extra schoon te maken als ik nieuw ondergoed nodig heb. We zijn maar met z’n tweeën, dat is veel eenvoudiger, al betekent dat niet dat alles helemaal vanzelf gaat. Wij hebben een gemeenschappelijk doel en onze spelregels zijn zo vanzelfsprekend dat we ons er nauwelijks meer van bewust zijn. Het komt er op neer dat we er aardig  in zijn geslaagd onze eigen Utopia te realiseren. Alleen het meeste-stemmen-gelden-principe werkte bij ons niet.

1 opmerking:

  1. Ik denk dat je een aardige samenvatting hebt gemaakt aan het eind van je blogje, Wim.
    Utopia maken we tenslotte zelf, niet?

    Groet van Dauw

    BeantwoordenVerwijderen