Terwijl
ik dit schrijf liggen er binnen handbereik een paar USB-stickjes van 16GB. Voor
minder dan € 20 koop je nu een micro SD-kaartje van 32 GB, kleiner dan een
vierkante centimeter.
Mijn
kleinkinderen willen geen apparaten meer waarvan het geheugen kleiner is dan
16MB. Probeer dan maar eens uit te leggen dat een computer anno 1966 een
geheugen had van 128K - ongeveer 8.000 maal kleiner dan de kleinste iPad - die
in een gekoelde ruimte moest staan met een oppervlakte die de gemiddelde
Nederlandse woonkamer minimaal 4x overtrof en omgerekend naar vandaag een
maandhuur had van circa € 25.000.
Het
vakgebied EDP (Electronic Data Processing) heet intussen ICT. De destijds onder
Financiën hangende automatiseerders hebben moeizaam hun plaats in Directies
verworven en heten nu CIO’s. Programmeertalen hebben hun 6e
generatie of zoiets. Niemand kan meer zonder computer af smartphone. Tegelijk
is automatisering is zo complex geworden dat er niemand meer is die alles kan
overzien. Datacommunicatie, beveiliging en cybercrime zijn nieuwe vakgebieden.
Over
methoden en technieken zijn in die jaren bibliotheken volgeschreven. Maar
hedendaagse problemen klinken even vertrouwd als toen. Projecten zijn een factor
2-3 duurder, 2x zo later klaar dan gepland en doen niet wat de opdrachtgever had verwacht.
ICT-programma's managen is een ervaringsvak waarvoor je bij voorkeur grijze haren moet hebben. Nog steeds. Je bent pas expert op het gebied van projectmanagement als je na je opleiding eerst alle fouten hebt gemaakt die er zijn te maken en die allemaal hebt weten te overleven.
ICT-programma's managen is een ervaringsvak waarvoor je bij voorkeur grijze haren moet hebben. Nog steeds. Je bent pas expert op het gebied van projectmanagement als je na je opleiding eerst alle fouten hebt gemaakt die er zijn te maken en die allemaal hebt weten te overleven.
De vroege
middeleeuwen van de automatisering liggen nauwelijks 50 jaar achter ons, maar
dat lijkt voor de jeugd van tegenwoordig even ver als de echte middeleeuwen. Ik
vertel hen dus maar weinig over die tijd omdat ik anders teveel op een
tijdgenoot van de dinosaurussen begin te lijken.
Rond 1957
werden in Nederland de eerste computers voor commercieel gebruik ingezet. Dat was zo nieuw dat bijna niemand nog wist
wat je met die apparaten kon doen en hoe je ze moest besturen. De enkele mensen
die dat wel wisten werkten bij computerfabrikanten of onderzoeksinstellingen. Er bestonden nog geen reguliere opleidingen en er was niemand die enig idee had hoe zo’n
opleiding eruit zou moeten zien. Ook op de universiteiten was het armoe troef.
Pas in het midden van de 60-er jaren werd Max Eeuwe, de voormalige
wereldkampioen schaken, aangesteld als hoogleraar in Rotterdam. Op dat moment
de eerste en enige universiteit waar automatische informatieverwerking werd
gedoceerd als een bijvak van bedrijfseconomie. Uit ervaring kan ik melden dat
je daar, afgezien van de machinetaal SERA, niet veel wijzer werd.
De eerste
toepassingsgebieden lagen op het terrein van economen en accountants. Dat waren
ook de beroepsgroepen die zich als eerste zorgen begonnen te maken over de
vraag te maken hoe dit probleem in Nederland moest worden opgelost. In 1958
werd hiervoor de “Stichting Studiecentrum voor Administratieve Automatisering’
opgericht. De Stichting organiseerde seminars, lezingen
en uiteindelijk enkele cursussen. Geleidelijk kwam er meer zicht op de
opleidingsbehoefte en na veel vergaderen ontstond de modulaire opzet van de
eerste de AMBI opleidingen. In 1964
kreeg de Stichting van de overheid de officiële erkenning om ook op te treden
als exameninstituut. Maar het duurde nog jaren voordat er mensen waren met het
AMBI-diploma op zak.
In die
oertijd, 1 juli 1966, werd het GRC (Gemeentelijk RekenCentrum Rotterdam)
opgericht met Drs B.K. Brussaard (Bas) als eerste directeur. Brussaard was toen
35 jaar.
Hij kwam
van de Shell en was overtuigd socialist. Een dienende overheid paste in zijn
idealen, maar dat zijn vrouw niet meer uitgezonden wilde worden naar verre
buitenlanden was misschien nog wel belangrijker voor die overstap. Brussaard
werd de motor en het gezicht van het GRC en een inspiratiebron voor de
gemeentelijke automatisering die in de 70-er jaren zou volgen.
Het is me
overigens altijd een raadsel gebleven waarom zo’n centrum een ‘Rekencentrum’
werd genoemd. Daar kwam nog bij dat het GRC in die tijd niet eens over een
computer beschikte, dus er viel helemaal niets te rekenen. Op den duur werden
er dan wel salarissen berekend, maar verder had het centrum gelukkig met
rekenen niets van doen. Dat vond ik een hele opluchting.
*) Inleiding van een bijdrage die ik dezer dagen schreef ter gelegenheid van een reunie van het GRC (die ik niet heb bijgewoond). Het hele verhaal is waarschijnlijk alleen interessant voor leeftijdsgenoten en historici. Voor de spaarzame liefhebbers: je vindt het hier .
Ernstige en toch wel interessante leesvoer Willem !
BeantwoordenVerwijderenKnap stukje.
gr. Marijke.