zaterdag 15 december 2012

Polonia Restituta


De koude oorlog was nog in volle gang, ‘de Muur’ was nog niet gevallen. Hoe het leven in het Oostblok eruit zag wisten we uit kranten en het was maar de vraag hoe objectief die waren. Hoe het ook zij, ik had me een beeld gevormd van het leven daar. Wat me het meest aantrok was dat ik de indruk had dat de tijd er nogal had stil gestaan.

Ik verwachtte dat de agrarische sector in Oost Duitsland, maar vooral in Polen, er nog uitzag zoals het er in Nederland in het begin van de vorige eeuw moet hebben uitgezien. Waarom juist dat me trok, weet ik niet. In gedachten zag ik dampende paarden voor de ploeg, handarbeid op de velden, rust, ruimte en armoede, maar tegelijk mensen die vrede hadden met hun bestaan, die nog de tijd hadden en tevreden waren met weinig. Prachtig om foto’s van te maken leek me. Die veronderstellingen bleken te kloppen.

Toen zich de gelegenheid voordeed om een keer mee te gaan met iemand die Polen goed kende, hoefde ik geen moment na te denken. Aan de ene kant lokte het avontuur - we gingen per auto - aan de andere kant mijn behoefte om met eigen ogen te zien hoe het boerenleven eruit had gezien toen mijn grootouders nog jong waren.

Het werd het begin van een serie van een tiental reizen naar Polen, dozen met dia’s, Poolse vrienden en veel avontuur. We hebben het land van links naar rechts en van onder naar boven doorkruist. We hebben het land en de mentaliteit leren kennen. We zochten uit wat typisch Pools was en besloten dat we relaties wilden opbouwen in de studentenwereld, de toneelwereld (al verstonden we er bijna geen woord van), de paardenwereld en de communistische partij. Het is allemaal gelukt en hoe! We hebben paard leren rijden, wodka leren drinken, zijn uitgenodigd door een staatssecretaris voor de club van de Communistische Partij in Warschau, vierden een aantal met drank overgoten Poolse bruiloften, hebben er Poolse vrienden aan overgehouden en mijn reismaat is getrouwd met een Poolse toneelspeelster die we op een van onze reizen hebben ontmoet.

Na een aantal jaren kreeg ik op een dag  - van de studenten waarmee we bevriend waren - een onderscheiding voor ‘bewezen diensten’ in de vorm van een geëmailleerde draagmedaille voor het knoopsgat. Een wit Maltezer kruis aan een eveneens geëmailleerd oranje lint. Een toepasselijke kleur. voor een Nederlander. Het was niet officieel zeiden ze erbij, maar zij vonden dat ik die in de loop van de jaren had verdiend. Het had iets te maken met verdiensten voor Polen. Meer begreep ik er niet van, er was nog geen internet.

Het speldje
Toen ik een paar jaar later op de bruiloft van mijn reismaat met de Poolse toneelspeelster was, leek het me aardig om het speldje eens op te doen. De jongens die het me hadden gegeven waren er ook. Op het feest werd ik door Polen die me niet kenden met veel egards behandeld, maar dat realiseerde ik me pas achteraf. Later op de avond werd de invloed van de wodka groter, het feest uitbundiger en de tongen losser.

Toen ik op enig moment in het toilet stond sprak een keurige, wat oudere medeplasser me in het Duits aan. Hij uitte zijn bewondering voor de belangrijke ridderorde die ik droeg en hij vroeg me waarmee ik die had verdiend. Ik begreep ineens dat hier iets fout dreigde te gaan. Ik verzon wat over versterken van de culturele banden tussen Polen en Nederland  en verliet ijlings het toilet om verder vragen te voorkomen. Soms heb je geluk: achteraf bleek dat ik toevallig het enige juiste antwoord had gegeven. In een donker hoekje heb ik het speldje afgedaan voordat ik me weer bij het gezelschap voegde.

Eenmaal thuis heb ik het kleinood ergens in la gestopt. Ik dacht dat ik het kwijt was totdat ik het vandaag weer tegenkwam bij het leegmaken van een verhuisdoos die al tien jaar ergens boven in een verloren hoekje op me stond te wachten. Toch maar eens op internet gekeken vanavond:
“De Orde Polonia Restituta, is één van de hoogste onderscheidingen van de Poolse Republiek en werd op 4 februari 1921 ingesteld”.…….
Oei!  Nu pas, tientallen jaren later, besef ik mijn miskleun! Ik heb toen onbewust lopen pronken met enorme valse veren. Bepaald niet mijn stijl!
 
Voor zover ik heb kunnen nagaan is er maar één Nederlander die officier is van de orde:
Leo Beenhakker, voormalig trainer van het Poolse voetbalelftal, maar die kreeg ‘m pas in 2008. 

Het speldje blijft - om misverstanden te voorkomen - in mijn vitrine met aandenkens. 
Stel je eens voor dat iemand op het idee komt dat ik ook verstand van voetballen heb.