donderdag 29 september 2011

Fietspompje

Een fietspompje is een knappe uitvinding, maar dan wel één van het soort ‘even onhandig als knap’. Het lijkt vooral ontworpen als zelfverdedigings- wapen dat zich slaandeweg verlengt. Daarmee kan je een veilige afstand overbruggen waardoor je onverlaten van je vege lijf kunt houden. Toch hoor ik merkwaardig weinig over die ogenschijnlijk effectieve toepassing. “Onverlaat tegen fietspompje aangelopen” lees ik zelden als krantenkop. Zeker, in noodgevallen kun je er je fietsband mee oppompen, maar dat is theorie. De praktijk is anders.

Je fietservaring heeft je immers geleerd dat oppompen zinloos is, omdat de met veel moeite ingepompte lucht er met dezelfde snelheid op een andere plek weer uitloopt. Dus moet je eerst de band plakken, maar daar is op dat moment geen tijd of geen plek voor. Je krijgt er bovendien hele vieze handen van. Maar wat je echt tegenhoudt om dat te doen is de gedachte dat je met zo’n flutpompje die band dan weer moet oppompen. Als het ding al pompt (meestal niet), dan is dat in zulke minihoeveelheden dat het plakken van de band minder tijd kost dan die weer oppompen. Bovendien heb je tegelijkertijd zoveel kracht nodig om de pomp op het ventiel te persen, dat de kans dat je het er zonder verwondingen vanaf brengt, minimaal is.

Gelukkig komt het zelden zo ver, want na verloop van tijd zit het ding niet meer op je fiets en dan heb je dat probleem niet meer. Als je een ‘echte Zéfal’ had, is die gestolen en na je derde Zéfal geef je het op. In de andere gevallen viel het ding op de meest ongelukkige momenten van je fiets en heb je het er uiteindelijk niet meer opgezet. En zo is het gebleven. Wat je er aan hebt overgehouden zijn een paar ongelukkige haakjes die op de verkeerde plek aan je frame zijn gelast, waardoor je broek er iedere keer aan blijft hangen en af en toe inscheurt.

Los daarvan is een fietspompje een bijna magisch voorwerp. Het lijkt een metalen stok, maar het is toch licht. Je kunt het geluidloos en soepel uittrekken tot bijna tweemaal de lengte en dan spelingvrij inschuiven en dat eindeloos. Een mechanisch wondertje: er zijn weinig verbindingen die zo simpel en zo soepel bewegen. Er komt bovendien met een sissend geluid onzichtbaar lucht uit, die je dan opeens voelt. Wij volwassenen ‘begrijpen’ dat, maar begrip doodt magie. Alleen kinderen weten het ding te waarderen om precies die eigenschappen die ze moeiteloos inpassen in hun royaal bemeten fantasie.


Zusje (ja, haar echte voornaam) liep rond met een fietspompje.
“Mag ik een foto van je maken” vroeg ik. (Je moet dat altijd vragen vind ik, ook al is ze pas 3 1/2 jaar.)
“Nee” klonk het fel.
“Waarom niet?”
Dat wil ik niet.” Tja, tegen zo’n argument is natuurlijk geen kruid gewassen. Zeker niet als zij het zegt.



“Ik ga je doodschieten”, zei ze ineens terwijl ze het fietspompje uitschoof en me dreigend aankeek. Hoewel het volkomen logisch was dat het mij trof - want je moeder schiet je immers niet dood, die heb je nog nodig - was ik op die bejegening niet voorbereid.
“Dat vind ik niet leuk” zei ik, "moet het echt?"
“Ja, zei ze. Ze knikte een paar keer heftig om haar opvatting kracht bij te zetten. Haar opvallend mooie ogen werden groter en feller. Tegen die stelligheid zou moraliseren en argumenteren niet opgewassen zijn. Dat begreep ik wel. Nou lijken me educatieve argumenten so-wie-so niet aan Zusje besteed.


Verzet had geen dus geen enkele zin, maar je moet altijd in gesprek blijven bij bedreigingen.
“OK”, zei ik, “maar dan wil ik wel foto’s van je maken”, want voor wat hoort wat. Zo jong als ze was begreep ze dat en ze ging soepel overstag.
“Goed”, zei ze.
“ Maak je me dan ook weer een beetje levend”, vroeg ik hoopvol.
Ze keek me aan. Ik zag in haar blik dat dat misschien net teveel gevraagd was.
“Als ik dood ben kan ik geen foto’s maken” probeerde ik. Ik zag haar denken. “Als ik dood ben kan ik helemaal niks meer” voegde ik er nog snel aan toe, “ook geen foto’s meer van je maken”. Ze had de pomp al op me gericht en uitgeschoven. Ze peinsde heel even, toen liet ze het pompje 
langzaam zakken de ‘poef’ bleef uit en ik richtte mijn lens op haar. Ze protesteerde niet meer.


1 opmerking:

  1. Willem,

    Superwijs blogje, het eerste deel is nogal mysterieus maar vanaf "zusje" ben ik echt gaan genieten. Hartvertederend hoe jij met kinderen (en volwassenen) omgaat, overlegt, discuteert, weerlegt, communiceert.
    Zusje is een prachtig fotomodelleke en ziet er verdomd een heel pittig meisje uit. De foto's vertellen zoveel... en zijn gewoon "subliem".
    Proficiat Willem.(en Zusje)

    BeantwoordenVerwijderen