zondag 15 november 2015

en we noemen hem Wim ....

In 1942, mijn geboortejaar, stond de voornaam Wim (niet Willem) nog op de vijfde plaats van meest gekozen jongensnamen en is hij nu volgens het boekje van Wim Daniels ‘in geen velden of wegen’ meer te bekennen op de lijst van meest gekozen namen.

Van die ontwikkeling heb ik geen last, wat meer exclusief is zelden verkeerd. In mijn geval is het trouwens onzuiver want Wim (Willem voor mijn vrienden) is slechts mijn roepnaam. Ik heet voluit Wilhelmus, en dan ook nog eens Bernard Frans. Drie voornamen dus. Mijn ouders hebben nooit kunnen voorzien wat een complicaties het geeft in Frankrijk als je meer dan één voornaam hebt en bovendien een roepnaam die afwijkt van je doopnaam. De Franse bureaucratie slaat ervan op tilt.


Als je Wim heet, is het boekje amusant en informatief, al is er her en der ook minder zinvolle bladvulling. Wat ik nogal mis bij de toelichting over de achtergronden van de naam Wilhelmus is dat deze naam in de Tweede Wereldoorlog vooral werd gegeven als symbool voor verzet tegen de Duitse overheersing. Nu heb ik niets tegen ons volkslied - al ben ik nooit zo weg geweest van dat “ben ik van Duitsche bloedt” - maar om je kind nou naar een volkslied te vernoemen? Het mag dan een symbolische uiting van verzet zijn, maar of dat meer effect heeft dan een ‘kijk mij eens’ van de ouders valt te betwijfelen.

Kindvriendelijk en praktisch is het voor dat kind in ieder geval niet kan ik u melden. Om er nog een schepje bovenop te doen werd er Bernard aan toegevoegd. De namen van leden van het koningshuis waren toen al verboden, dat is de reden dat ‘h’ in Bernard tot mijn genoegen moest worden weggelaten. Zo is het gekomen dat ik ook vernoemd ben naar een min of meer Koninklijke schelm, al moest hij dat toen nog worden.

En oh ja, dan is was ook nog familie. Die moest ook worden vernoemd. Gelukkig is het bij ‘Frans’ - één van de familievoornamen - gebleven, de andere familie moest dan maar later worden vernoemd en zo is het ook gegaan.

Toen de naam nog wèl populair was, gebeurde het op school, in militaire dienst en in mijn werk nogal eens dat er een naamgenoot was. Om verwarring te voorkomen werd ik dan Bill genoemd. Zo komt het dat er verschillende mensen zijn waar ik jaren me ben opgetrokken en die mij alleen kennen als Bill. Ik luister overal naar.

Voor de Fransen is 'Wilhelmus' totaal onbekend, ze breken er hun tong over en maken er moes van. Toen ik hier kwam wonen heb ik gevraagd hoe men mij het liefste zou noemen de keuze was ruim Wim, Willem, William, Guillaume of Bill. Het is Bill geworden, meestal zelfs monsieur Bill , “plus sympa” vond men hier. Bijkomende voordeel: ik hoef vaak alleen mijn voornaam maar te noemen want er in is de wijde omgeving niemand met die voornaam. Bill herkennen ze als voornaam, al spreken ze die natuurlijk naar goed Frans gebruik uit als “Biel”.

Wat tegen mijn reeks voornamen opweegt is, dat het illustreert dat mijn ouders in de oorlog onmiskenbaar aan de goede kant zaten. Om die reden draag ik de naam Wilhelmus - hoe lastig ook - toch met enige plaatsvervangende trots. Zonder de vaderlandsliefde en moed van mijn ouders had ik nu misschien Adolf geheten!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten